De executie bij de brug op 11 april 1945, 6


De executie bij de brug op 11 april 1945, 6
©:

De niet genoemden
Twee van de dertien omgekomenen bij de executie bij de brug worden niet genoemd op het monument: Oudger/Outger van Dijk en Johannes Martinus Ducaneaux

Oudger van Dijk
Oudger van Dijk werd op 20 mei 1922 geboren als zoon van Remco Lubertus Jacobs van Dijk en Froukje Klazes van Dijk - Ruward. Hij was ongehuwd arbeider en lid van de Gereformeerde Kerk. Omdat hij werkloos was, meldde Oedske, zoals zijn roepnaam luidde, zich aan bij de SS. Oedske werd ingedeeld bij de SS Sturm Düsseldorf. Al vrij gauw nam hij daar de benen, omdat hij zich daar niet thuis voelde. Na zijn desertie is hij naar Leeuwarden teruggegaan en ondergedoken bij zijn moeder aan de Romkeslaan. Ergens tussen eind februari en begin april 1945 is hij verraden en vervolgens overgebracht naar het Burmaniahuis. Daar is hij op 11 april 1945 aangewezen om te worden gefusilleerd in Dronryp. Nergens is te vinden dat Oudger/Outger van Dijk op welke manier dan ook heeft samengewerkt met de Duitse bezetting in Nederland en daardoor Nederlanders heeft tegengewerkt of verraden. Jacques Kooistra, journalist en nazi-jager, wat hem de bijnaam de Friese Wiesenthal opleverde, noemt hem een slachtoffer en geen verrader.

Johannes Martinus Ducaneaux
Johannes Martinus Ducaneaux werd geboren in 1905 in Rotterdam. Hij had nooit een vak geleerd, maar wist zich met zijn flair uitstekend te redden in het leven. Begin februari 1945 verhuisde hij met zijn derde vrouw, Jeanette Adriana Munk, naar Leeuwarden. Daar gaf hij zich onder de naam dokter Brouwer uit voor chirurg en zei van plan te zijn te gaan werken in de beide Leeuwarder ziekenhuizen. Mede omdat hij zichzelf Duits had geleerd, kreeg hij gemakkelijk toegang bij de bezetter en kreeg hij een door de Duitsers gevorderde woning aan de Fonteinstraat 2 toegewezen. Zijn vrouw en hij ontvingen daar geregeld Wilhelm Rudolph, plaatsvervangend commandant van de SD in Leeuwarden. Ook bezocht hij regelmatig de Friesche Club, waar de welgestelde Leeuwarders biljarten of kaarten. Zo kwam hij ook thuis bij een lid van deze club, die onderduikers had. Hij werd vertrouwd en sprak er zelfs met een onderduiker, één van de verzetsmannen die bevrijd was tijdens de Overval. Op een gegeven moment ontstond er echter twijfel of dokter Brouwer wel was, die hij zei te zijn. Ook bij de Duitsers. Mogelijk na verraad van zijn vrouw, die inmiddels een relatie begonnen was met Rudolph. Met als gevolg dat hij door de Duitsers gearresteerd werd op beschuldiging van dubbelspionage en gevangen gezet werd in het Burmaniahuis. Op 11 april 1945 is hij als één van de dertien slachtoffers gefusilleerd bij Dronryp. Uit onderzoek van o.a. Jacques Kooistra blijkt, dat Ducaneaux een charlatan was, die ook tijdens de Tweede Wereldoorlog wist te profiteren van de omstandigheden om zo zelf een goed leven te leiden. Nergens blijkt echter dat hij bekend stond als verrader van Nederlanders, die in het verzet zaten. Hij gebruikte de Duitsers, zoals hij iedereen gebruikte. Maar hij overschatte zichzelf ook. Daardoor heeft hij te laat in de gaten gekregen, dat ook hij slachtoffer van de SD, en dan met name hun plaatsvervangend commandant Rudolph, zou kunnen worden.

Afbeelding: Johannes Martinus Ducaneaux.

Colofon

https://www.wo2slachtoffers.nl › jack-kooistra

© Tekst: admin-dorpsarchiefdronryp
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s



Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Wurkgroep Histoarysk Dronryp)