Het gemaal aan de Tsjaerddyk
In 1511 is Goffa Renckaz boer aan de Tsjaerddyk (nu nr. 21) en wordt een stuk land ten zuiden van de boerderij, “ in die Meeren” (it Marlân), als volgt beschreven:
Item III ponden hoijland , leggende buijten dick , die noerdereijnd lopt op an Goffa grasland , die swdereijnd lopt in die hol.
Hol betekent “ laag moerasland “ en dit land kan, zonder bemalen te worden, alleen maar als hooiland gebruikt worden. Nadat in 1533 de eerste Friese waterschappen werden opgericht, heeft men hier dan ook een molen gebouwd die het water uit het laaggelegen moerasland land omhoog naar de Tjaardvaart brengt.
In 1832 staat er een spinnenkopmolen op de kadaster kaart aan de zuidzijde van de Tjaardvaart schuin tegenover de boerderij op nr. 21 (waarvan nu alleen het voorhuis nog staat )
Deze molen bemaalt maar een gedeelte van het Marlân. Van de molen is helaas geen foto. Hij wordt in de notariële akte de “ Zwarte Molen” genoemd en kan ongeveer 65 hectare bemalen. De molen zou er kunnen hebben uitgezien als de zwarte spinnenkopmolen aan de Witmarsumervaart bij Bolsward.