Molen van Pijbes (Burgumerdaam)
Moeten we de molen van Halbe Pieters
Pijbes, met de naam "de Broeders", beschouwen als een Burgumer- of Sumarder
molen? Feitelijk is (was) het een Burgumer molen. Hij stond namelijk aan de
noordzijde van de Groningervaart.
Kort na de Tweede Wereldoorlog werd een
nieuwe doorvaart gegraven tussen Burgum en Sumar, namelijk ten noorden langs de
plek waar deze molen ooit stond. Hierdoor is het gebied waarop de molen
stond, gaan behoren tot Sumar. De molen was overigens toen allang afgebroken.
Voor 1832 heeft ene Aukke Annes de molen in zijn
bezit. In 1832 is eekmolenaar Fokke Wilhelmij eigenaar. In 1863 worden als
eigenaren Wilhelmij en Ferf genoemd. In 1876 neemt de eerder genoemde Halbe
Pieter Pijbes (1838-1915) "den Olij- en Cementmolen" over van Mr. A.E. Ferf. In
de molen worden dan uit koolzaad raap- en lijnolie vervaardigd, alsmede
lijnkoeken voor vee. In 1902 verkoopt Pijbes de molen aan zijn schoonzoon Jan
Okkes Bosgra.
Al in 1907 wordt de molen (het maalwerk) afgebroken en verplaatst
naar Oosterwolde. De molen (het gebouw) wordt in 1911 gesloopt. De
karakteristieke witte molenaarswoning heeft nog lang op het latere bedrijfsterrein
van Damen Shipyards gestaan (gezien vanaf de brug over het Prinses
Margrietkanaal in oostelijke richting, zuidoever) maar viel in 2008 ten prooi
aan de slopershamer.