Bedrijvigheid Ouwe-Syl (Oudebildtzijl) - 1


Bedrijvigheid Ouwe-Syl (Oudebildtzijl) - 1
©:

Bedrijvigheid om ‘e Syl-Tichelwerk van ca. 1300 na Chr.

Omstreeks 1100 na Chr. wilde men volgens een godsdienstig Reveil de regel van Benedictus van functionalisme meer in praktijk brengen. Kloosterordes zouden ook meer de natuur moeten ontginnen. Zo werden de eerste kerken en kloosters overal in Europa in de 12de eeuw in de buurt van kustwater en rivieren  neergezet. (bijvoorbeeld Zwin, IJzer en Middelzee).

De Norbertijner monniken vestigden zich hier rondom de al verder opgebilde Middelzee
in 1163 bij Hallum (klooster Mariëngaarde) en 1182 (later klooster Lidlum in 1254).
In 1256 kwamen de monniken van de orde van Augustijner Koorheren in Anjum (klooster
Mariënburg).
De plek van de abdij Mariëngaarde bij Hallum is heel zorgvuldig gekozen (zie afbeelding 1).
- Veilig achter twee (verhoogde) kwelderwallen (Alde Leie, Vijfhuisterdijk, 12de eeuw en
Finkum-Hallumerhoek, 10de eeuw).
- Dicht bij de belangrijke levensader, de rivier de Ouwe Rijdt (van 800 na Chr.)
- De aanwezigheid van de verlaten oude motte (houten vesting, eind 10de eeuw) ten westen
van nu Vrouwbuurtstermolen. Toen nog een grote, hoge bult klei maar uitermate geschikt
als grondstof voor de kloostermoppen, de bouwstenen voor de huizen, stinzen, kerken en
abdijen.
- Schelpen in grote hoeveelheid voorhanden op de Wadden, als grondstof voor de kalk.
- De mogelijkheid voor het bouwen van steen- en kalkovens ten noorden van de motte, aan
weerszijden van de Ouwe Rijdt.
- De potentie van het bouwen van de strategische nederzetting de Leije, Nije-Syl, nu Ouwe-
Syl, op de kruising Ouwe Rijdt/zomerdijk en Monnikendijk en gebruik maken van al
aanwezige geulen.
- Tenslotte groef men de nodige extra vaarwegen, verbindingen, zoals bijvoorbeeld de verbinding
tussen de abdij Mariëngaarde en het Tichelwerk en kalkovens.
Toponiemen
In dit geval zetten vooral de toponiemen (veldnamen) ons op het goede spoor in deze zoektocht
naar bedrijvigheid van de monniken in het verre verleden. Deze zijn in afbeelding 2
aangegeven.
In Fryslân is al vanaf de 12de eeuw steen gebakken. Vooral na de grondige reparatie van de
zomerdijk, Monnickedijck in 1287, is ook bij de Syl een uitgebreide, grof keramische bedrijvigheid
opgebloeid en eeuwen gebleven. |
Er was dus klei en geschikte brandstof in de vorm van turf en ook voldoende waterwegen
voor het transport van grondstoffen en geproduceerde stenen, dakpannen, kalk en andere
producten.
De haven en (schut)kolk van de Syl heeft hierbij ook een belangrijke rol gespeeld.
Afbeelding 2, detail Tichelwerk, Roadpâd, ca. 1300 na Chr., nu W. P. Bierma. Met de toponiemen
Tichelwerk voor het hof, Perceel 19; Tichelwerk perceel 20 naast hof Tichelwerk,
perceel 21 en Tichelwerk 1 en 2, perceel 31 en 32
Bron: Toponiemen A.P. van Dijk, gebied 1180, Sytse Keizer 2022,2023, Billând, hoofdstuk
12.
De volgende keer over mijn ontdekking van de locatie van de kalkovens.

Tekst: Sytse Keizer, regiohistorikus `t Bildt, Billând

© Tekst: Sytse Keizer
Lees meer

Gerelateerde informatie


Foto’s





Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Dorpscanons Het Bildt)