De executie bij de brug op 11 april 1945, 2
De executie.
Bij het Van Harinxmakanaal kon het konvooi echter niet verder. De brug was opengedraaid en de brugwachter was verdwenen. Net op dat moment vloog er een Engels toestel over waardoor de Duitsers in paniek raakten. Om geen tijd te verspillen werden de ‘Todeskandidaten’, ter plekke uit de auto’s gehaald en door een vuurpeloton van 8 personen onder wie 6 Belgische Rexisten, een fascistische Belgische beweging die samenwerkte met de Nazi’s, gefusilleerd.
Een van de lichamen bewoog.
Als door een wonder heeft Gerard de Jong als enige de fusillade op 11 april 1945 bij de brug overleefd. Ynse Postma had vanaf de melkfabriek het hele drama gezien. Toen hij, nadat de Duitsers vertrokken waren, bij de executieplaats kwam, ontdekte hij dat een van de lichamen nog bewoog. Ynse verleende meteen eerste hulp door met de riem die hij om zijn overall droeg Gerard zijn arm af te binden. Dat doortastende optreden is, aldus dokter van der Kooi, Gerard zijn redding geweest. Vervolgens hielp Postma mee om hem in veiligheid te brengen bij de familie Vaas, die op een boerderij vlakbij de executieplek woonde. Vervolgens is hij later in de avond gebracht naar de boerderij van de familie Weitenberg aan de andere kant van het kanaal. Op de hoofdfoto van dit venster wijst Ynse naar de boerderij van Weitenberg.
Afbeeldingen:
Ynse Postma wijst de boerderij van de familie Weitenberg aan.
Drie van de leden van het vuurpeloton: Marcel Peskens, Marcel Wauters en Frits van Laere.