Monniken op Billând en 't Bildt


Monniken op Billând en
©:

Monniken op Billând
SYTSE KEIZER, OUWE-SYL
 
Welke monniken hebben Billând mede opgebouwd?
De Monniken die ook het Billând  inrichtten liepen met hun runderen tussen de kloosters Mariëngaarde en Lidlum over de Monnikendijk, later Oudebildtdijk, naar de meeden (weilanden).  Dit vee bezorgde hun de naam Vetweiders of Vetkopers. 
Ik heb sterke aanwijzingen in het archief van de abdij van Tongerlo gevonden, dat de Norbertijnen in Fryslân zich bezighielden met offensieve bedijkingen en het opzetten van waterschappen. ‘De Friese elite moet ze hier binnengehaald hebben, bij gebrek aan een centraal bestuur, burgerlijk en kerkelijk.’  schreef Wilfried Ehbrecht in zijn proefschrift over het Norbertijner klooster Wittewierum. 
Welke monniken waren hier?
Verschillende kloosterordes beschouwden het als hun opdracht de regel van Benedictus van functionalisme nadrukkelijker in praktijk te brengen. Daarom werden de eerste kerken en kloosters overal in Europa in de 12e eeuw vooral bij kustoeverwallen zoals de Noordzeekust en riviermondingen als de Middelsee of Boorne, Zwin en IJzer neergezet. In het noorden van Fryslân waren het vooral de cisterciënzers, de Schieringers en de Premonstratenzers. De Premonstratenzers was de kloosterorde die de heilige Norbertus van Xanten in 1121  stichtte in het Franse Premontré. Voor deze orde  waren het beschouwende en het actieve leven ondeelbaar, zoals het aanwinnen van nieuw land voor de veeteelt, zielzorg en onderricht. Al in 1163 stichtten zij het klooster Mariëngaarde (afb. 2) en later, in 1182, als tweede locatie ook klooster Lidlum bij Oosterbierum.  
Wat hebben de monniken gedaan voor Billând?
Volgens de eigen beschrijving van de werkzaamheden van de premonstratenzers, de Monastica, vormden de kloosters zelf een waterschap. Hun monniken hielden zich bezig met het afdammen van getij-kreken, het inpolderen van buitendijkse gebieden en Middelsee . De lekenbroeders waren al gauw druk in de weer met het bedijken van nieuw opgebild land met zomerdijken langs de kwelderranden. Dit om hun vee te beschermen tegen de ergste hoogwaterstanden in de zomer. Siardus, de vijfde abt (afb. 3) hield zich ook bezig met dijkenbouw en is mede daarom heilig verklaard. Prof. Hans Mol van de Fryske Akademy schreef in 1991 over middeleeuwse kloosters en dijkbouw in Fryslân: “Deze hypothese van Wilfried Ehbrecht klinkt aannemelijk, maar het probleem is dat ze niet door betrouwbare bronnen wordt ondersteund. Gelukkig heb ik een aantal belangrijke bronnen in Tongerlo gevonden. 
De Monniken hebben de Monnikendijk, later Oudebildtdijk geheten, direct na de storm van 1196 doorgetrokken over de rivier de Burdine, die daardoor werd afgedamd. Deze dam lag tussen Nij Altoenae en de Koude weg ter hoogte van nu maatsch. Teun de Jong. Om de grote stukken Billând naar het westen toe te bereiken en te beschermen, werd de dam aangesloten op de zomerdijk richting Lidlum. De monniken moesten deze zomerdijk telkens weer repareren en verleggen,  met name na de stormen van 1219 en 1287.
 De 450 morgen Monninkenland

Dit lang gezochte monnikenland  lag aan de westkant van de Ouwe Rijd. Ik heb door het verder bestuderen van de beschrijving van de ligging van dit land stap voor stap kunnen aantonen dat dit monnikenland ten Zuiden van de Oudebildtdijk lag, tussen Ouwe-Syl en Dijkshoek (afb. 4) Op en nabij dit monnikenland zijn in loop van tijd een uithof met kalkovens en tichelwerk bij de Oude Rijd door de premonstratenzer monniken gesticht. 
 
       

© Tekst: Sytse Keizer
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s





Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Dorpscanons Het Bildt)