De Sint Cecilia

De Sint Cecilia
©: RT

Al sinds jaar en dag beheerst de robuuste toren van de Nederlands Hervormde Kerk de contouren van het dorp Easternijtsjerk. Na het tot stand komen van de PKN-gemeente Oosternijkerk in 2005 kreeg dit kerkgebouw de naam Sint Ceciliakerk toegewezen. De kerk was namelijk in de Rooms Katholieke tijd gewijd aan Sint Cecilia, de heilige van de muziek.

Dat althans is af te leiden uit een akte uit 1431 waarin een landruil uit 1415 wordt bevestigd tussen een Popeka Doyngha uit Britsum en het klooster Klaarkamp onder Rinsumageast. In deze akte wordt gesproken over een hofstede der Sunte Cecilie(kerk) onder ‘Jaringa huisen te Nyasjerka’, eigendom van Klaarkamp. Dat Jaringahuis onder Oosternijkerk ligt en niet onder Westernijtsjerk (waarmee veel verwarring voorkomt) is af te leiden uit het Register van den Aanbreng van 1511 waarin onder het dorp Easternijtsjerk een Jow te Jaringhehuisen voorkomt die land van het klooster Sion (onder Nijewier) in pacht heeft. Het klooster Sion is weer een stichting van Klaarkamp waarmee de cirkel rond is.

Nu heeft de naam van het dorp in het verleden veel aanleiding gegeven tot speculaties rond het bestaan van een eerdere kerk. Immers Nijkerk, zoals het dorp vroeger genoemd werd, veronderstelt het bestaan van een oudere kerk op deze plaats. Deze kerk zou dan gestaan moeten hebben te Bollingwier, als verondersteld moederdorp. Nadat de eerste zeedijken in deze omgeving werden aangelegd (rond 1200), verplaatste het zwaartepunt van de bebouwing zich van het oude terpdorp Bollingwier naar en langs deze nieuwe zeedijk waardoor Bollingwier haar centrumfunctie verloor. Toen de monniken van Mariëngaarde begonnen met de bouw van de nieuwe kerk kozen zij een plek langs deze zeedijk, wierpen er een terp op en gaven de nieuw gestichte plaats de naam Nova Ecclesia (=Nijkerk). De oude zeedijk zou De Lyts Ein en De Buorren, een stukje Langgrousterwei en dan het oude pad door de velden naar Lioessens als tracé hebben gehad.

Intussen is duidelijk dat die oude kerk nooit in Bollingwier heeft gestaan, maar dat de naam gewoon verwijst naar de nieuwbouw van de kerk.

Aan de toren is nog een ‘litteken’ te herkennen van een eerder, waarschijnlijk 13e eeuws, lager kerkgebouw. Over grootte en bouwstijl (Romaans?) van deze eerste kerk is verder niets bekend. Deze kerk is rond 1500 in twee fasen vervangen waarbij waarschijnlijk stenen van de eerste kerk zijn hergebruikt. Eerst werd het koor vergroot en later werd het schip aangepast. Een bouwnaad op de scheiding van koor en schip is, vooral aan de noordkant, nog duidelijk waarneembaar. De stijl van het kerkgebouw is gotisch, goed te herkennen aan de spitsere ramen en vooral aan de ingangspartij aan de noordmuur. Deze is hoog, spitsbogig en speels van karakter.

De noordmuur is oorspronkelijk blind geweest; de vensters zijn later ingehakt. Ook de drie vensters in de koorsluiting zijn pas later ingebroken. In 1935 werd in het koor nog een ingang gemaakt, waarbij eerst het daar ingehakte venster werd dichtgemaakt. Bij de restauratie van 1990 was de rollaag van dat venster weer even zichtbaar.

De muren werden gesteund door 14 steunberen maar door het inhakken van de vensters moest de vierde beer aan elke zijde verdwijnen. De vensters aan de zuidzijde zijn nog origineel, behalve de zopas genoemde die in de plaats van de steunbeer kwam en de vensters van orgelgalerij en consistoriekamer.

De ruimte van het kerkgebouw wordt overdekt door een segmentvormig houten gewelf op profiellijst, terwijl onder de trekbalken zich flauw geprofileerde sleutelstukken bevinden.

Colofon

Een geschiedenis van Oosternijkerk, Buwalda, Tolsma, Zijlstra, 1979

© Tekst: Erthee © Foto voorblad: RT

Gerelateerde informatie


VenstersFoto’s